Meubels, meubelen of meubilair: wat is de juiste schrijfwijze?

Het meervoud van een meubel, is dit meubels, meubelen of meubilair? Je mag zowel meubels als meubelen schrijven en zeggen, er zit namelijk geen verschil in. Wel is de onofficiële regel dat je meubelen gebruikt als je dit op formele wijze wil zeggen of schrijven. Meubels is juist weer minder formeel en eerder spreektaal, of een informele schrijfwijze.

Betekenis meubel

Meubel is een stuk huisraad. Het woord meubel is via het Oudfranse woord ‘mueble’, afkomstig van het Latijnse woord ‘mobilis’. Het staat voor roerend en verplaatsbaar, waar ook het woord ‘mobiel’ van afstamt. Er zijn andere woorden die dit ook betekenen, namelijk: ameublement en meubelstuk. Omdat meubels en meubelen meervoud zijn, gebruik je het lidwoord ‘de’ ervoor (de meubels en de meubelen). Bij het woord meubel gebruik je het lidwoord het, omdat het een onzijdig woord is. Het is dus het meubel, de meubels en de meubelen. Maar ook dit of dat meubel, deze of die meubels of meubelen.

Het woord meubilair gebruik je niet hetzelfde als het woord meubels of meubelen. Het heeft een andere betekenis.

De reden dat we ook wel meubels zeggen in plaats van meubelen

Voor veel mensen klinkt meubelen ouderwets en daarom gebruikt men het minder vaak. Net al bij appel (appels en appelen) heeft het woord meubel een -s erachter gekregen, omdat Nederlanders niet graag meerdere onbeklemtoonde klanken als ‘uh’ aan het eind van het zelfstandig naamwoord uitspreken. Dus zeggen ze liever ‘meu-buhls’ dan ‘meu-buh-luh‘. Hetzelfde geldt voor de woorden artikel (artikels en artikelen), belofte (beloftes en beloften), eigenaar (eigenaars en eigenaren), handelaar (handelaars en handerlaren), kandelaar (kandelaars en kandelaren), groente (groentes en groenten), heuvel (heuvels en heuvelen en vreugde (vreugdes en vreugden). Om deze reden is het woord meubels dus net als deze en andere woorden ingeburgerd in onze taal.

Dit betekent meubilair

Het is anders bij het woord meubilair. Meubilair is niet het meervoud van een meubel zoals meubels of meubelen dit zijn. Als je het over meubilair hebt, heb je het over een verzameling meubels of meubelen voor in of buiten het huis of een gebouw. Dit is dus een groep of gezamenlijke meubels bij elkaar.

In woordenboeken legt men het woord ‘meubilair’ dan ook als volgt uit:

• Het zijn gezamenlijke meubels
• Een verzameling meubels om een kamer mee in te richten
• Alle meubels bij elkaar
• Een huisraad
• Het tot een huisraad behorende meubilaire goederen
• De meubels waarmee een kamer of huis is gestoffeerd

Je gebruikt dit bijvoorbeeld in de volgende context: je koopt online meubels (of meubelen) ter aanvulling van het meubilair in jouw woonkamer.

De schrijfvormen van het woord meubilair

Het woord meubilair is enkelvoud. In het Nederlands heeft meubilair maar een meervoudsvorm, namelijk meubilairs.

Synoniemen voor meubilair zijn:

• Ameublement
• Huisraad
• Inboedel
• Meubels (Al is dit dus niet in alle gevallen geheel juist)

Meubilair is een onzijdig woord: een het-woord. Je schrijft dus (net als het meubel) het meubilair en dit of dat meubilair.