Gewelf

Gewelf

Een gewelf is een bouwtechnische term. Het is een gebogen overdekking van een ruimte. De bouwconstructie van een gewelf is gebogen zodat het zijn eigen gewicht weet op te vangen. In een hele grote ruimte zijn pijlers nodig om de grootte van de gewelven te beperken.

Een gewelf is een gebogen overdekking van een ruimte.

  • Varianten: tongewelf, koepelgewelf, ribgewelf, kruisribgewelf en graatgewelf.

  • Materiaal: steen, beton, natuursteen, glas en hout.

  • Toepassing: kelders, kerken, bruggen, kasteelzalen.

  • De eerste voorbeelden van een gewelf: Myceense beschaving 1600 tot 1100 v. Chr.

Een gewelf in grote en kleine ruimtes

Wanneer een ruimte erg laag is, zoals een crypte, zien we veel kleine gewelven. Een grote ruimte, zoals een kerk, heeft vaak grote gewelven dankzij de hoogte. Men gebruikte veel verschillende vormen in diverse situaties. Een eenvoudige vorm is het tongewelf. Het koepelgewelf is de ronde vorm van het tongewelf. Gaan we een stapje verder dan zien we het graatgewelf. Een twee elkaar snijdende tongewelven. In een situatie waar men de graten door ribben ondersteund, noemen we het een ribgewelf.

Een modern gewelf in een bibliotheek.
Een modern gewelf in een bibliotheek.

Materialen van een gewelf

Een gewelf is, in bijna alle gevallen, gemaakt van steen. Er zijn wel houten tongewelven of stuc gewelven maar dit noemt men schijngewelven. Tot de opkomst van gewapend beton maakte men gewelven van steen. Nu zien we steeds vaker moderne gewelven van bijvoorbeeld baksteen, beton, glas, hout en natuursteen.