Trends van hout in meubels
28 februari 2014
Door Woonhome.nl
Hout is een veelzijdig materiaal en relatief eenvoudig om mee te werken. Het is stevig, makkelijk te behandelen en kent vele vormen en varianten. Zo bestaat hout in allerlei kleuren, structuren, sterktes en diktes. Mede daarom past hout binnen iedere woontrend; soms zelfs als trendsetter!
Hout in de oudheid: versiering op het hout
In het oude Egypte werd hout veel verwerkt in meubels. De houtsoort was minder belangrijk; het ging om de versiering op het hout. Goedkope meubels kregen een laagje verf in de kleuren wit, rood, oker of donker geel. Luxe meubels werden bedekt, verguld of ingelegd (intarsia) met stukken edelstenen, gips, linnen of metaal. Omdat inheems hout schaars was, werd hout uit buurlanden gehaald. Gangbare soorten waren cipres, cederhout, essenhout en iepenhout. Voor luxe meubels werd vooral ebbenhout uit Midden-Afrika gebruikt: een kwalitatief goede en sterke houtsoort.
In het oude Griekenland en Rome kregen meubels een esthetischer karakter. Tafels en stoelen werden sierlijker gemaakt met klauwpoten, lijsten, beelden en reliëfs. Ook dit kon eenvoudig met hout worden gerealiseerd.
Houtgebruik in de middeleeuwen: tijdperk van eikenhout
Vanaf de middeleeuwen werden meubels langzaamaan een gemeengoed. Omdat een groot deel van de bevolking minder rijk was, werden de meubels functioneler gemaakt en kregen deze alleen een noodzakelijke behandeling met vernis. In Midden-, en West-Europa werd tot 1600 vooral eikenhout toegepast; een sterke en harde houtsoort die makkelijk te bewerken is. Deze tijd noemt men ook wel het ‘tijdperk van eiken’.
Nadat er steeds meer buiten de landsgrenzen werd gehandeld, werden er ook steeds meer soorten hout geïmporteerd. Dennenhout, grenen, iepen, essen, linde, populieren en elzenhout uit Oost-Europa en Scandinavië verdrongen het eikenhout. Voor luxere meubels en versiersels werd, vooral in landen rond de Middellandse-Zee, notenhout gebruikt en in enkele gevallen zelfs bukshout. Hout was als materiaal nog grotendeels ondergeschikt aan het woonitem, maar dit werd steeds minder.
In het vroegere China is hout veel gebruikt om meubels te versieren. Het is het land waar veel woonitems met houtsnijwerk en prachtige vormen vandaan komen. Bij de echte klassieke items creëerden meubelmakers zelfs driedimensionale vormen zonder lijm, nagels of andere kunstmatige verbindingen. Om dit te kunnen doen, moest het hout optimaal van kwaliteit zijn. De Chinese kunstenaars gebruikten daarom veel rozenhout, palissanderhout, mahonie, Dalbergia, Chinese perenhout en rode sandelhout. Door de enorme productie zijn een aantal van deze houtsoorten zeldzaam geworden.
Houtgebruik in de nieuw tijd
Vanaf de nieuwe tijd kan zo’n beetje al het hout worden geïmporteerd, ook uit Azië, Zuid- en Noord-Amerika. Amerikaans grenen en notenhout doen hun intreden en ook tropisch hout als ebbenhout, mahonie en teakhout wordt steeds meer gebruikt. Dit zorgt ervoor dat er complete houttrends ontstaan…
Houttrend in de 18e en 19e eeuw: donkere houtsoorten
In de 18e en 19e eeuw werden de meubelstijlen veelal door Frankrijk en Italië bepaald. Deze periode stond ook wel bekend als de Renaissance. Stijlvolle en elegante meubels -gemaakt met donkere houtsoorten (zoals biedermeier stoelen) – waren zeer in trek bij de klassieke meubelmakers. Mahonie was bijvoorbeeld zeer populair. Mahoniehout heeft naast een hard rode tot donkerbruine kleur een zeer fijne tekening.
Hout van antieke meubels
Ook antieke meubels uit de 18e eeuw, zoals Hollandse secretaires en kasten, bevatten veel wortelnotenhout fineer. Dit gaf de kasten een donkere en luxe uitstraling. Tegenwoordig zie je dat bijvoorbeeld veel terug in dashboards van dure auto’s.
Houttrend in de Jugendstil begin 20ste eeuw
Aan het einde van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw ontstond de kunststroming Jugendstil of art nouveau. In deze periode vond men de stijl van de meubels belangrijker dan de functionaliteit. Er bestonden twee stromingen: een curvi lineaire stijl met sierlijke en gebogen vormen, en de geometrische stijl met eenvoudigere vormen. Omdat de vorm van de meubels erg belangrijk was, gebruikten meubelmarkers lichte houtsoorten als perenhout en andere fruithoutsoorten.
Houttrend in Art Deco van jaren ’20 en ’30
Art Deco is min of meer een voortzetting van de geometrische stijl uit de stroming Jugendstil. Net als de kunst, werden ook de meubels strakker en soberder en kregen deze steeds meer geometrische vormen en sprekende kleuren. Vooral exotische houtsoorten als palissander en ebbenhout waren in trek, doordat het zware en donkere houtsoorten waren die goed bij de stijl paste. Ook werd hout vaak en steeds meer gecombineerd met materialen zoals chroom, of werd het juist vervangen door een kunststof (bijvoorbeeld bakeliet).
Houttrend in de jaren ‘40 en ‘50: lekker degelijk
In de jaren na de oorlog koos een groot deel van de bevolking na het trouwen een interieur die een heel leven mee moest gaan. Typerend zijn de Oud-Hollandse donkere eikenhouten meubels met bolpoten. De jeugd bracht hier verandering in. Eind jaren ‘50 werd het allemaal veel kleurrijker…
Houttrend ‘60 en ‘70: lekker kleurrijk
De jaren ‘60 typeert zich door heel veel kleur en nog meer chroom, maar natuurlijk was hout ook niet verdwenen. Er werden vooral verfijnde meubels als kasten met dunne onderpootjes gemaakt. Hiervoor werd veel teakhout gebruikt, maar ook andere vormen van hout werden toegepast. Veel kasten, ledikanten en tafelbladen bestonden bijvoorbeeld uit triplex. Deze werden gefineerd of gelamineerd met opvallende kleuren.
In de jaren ‘70 wilde men af van de overconsumptie uit de jaren ‘50 en ‘60 en terug naar de natuur. De kleuren bruin, groen en oranje werden in huis gehaald. Wanden werden met kurk beplakt of kregen schrootjes en meubels uit de jaren ‘50 en ‘60 werden hergebruikt. In de jaren ‘70 werd dus een ratjetoe aan meubels gebruikt; van massieve eiken meubels tot meubels met veel fineer.
Houttrends in de jaren ’80 en ‘90
Ook in de jaren ‘80 komt eiken weer even terug. Het interieur in deze periode wordt vooral gekenmerkt door grote, stevige massieve meubels van eikenhout en palissander. Meubels hadden veel rondingen en bestonden uit veel gebogen hout; beukenhout leende zich daar uitstekend voor.
Eind jaren ’80/begin jaren‘90 werden ook alternatieve houtsoorten als bamboe en riet toegepast, vaak in stoelen en tussenwanden. In Nederland deed in de jaren ‘90 ook IKEA haar intrede, net als goedkopere houtsoorten (bijvoorbeeld vurenhout en grenen). Doordat meubels goedkoper werden, speelde men steeds meer in op woontrends.
Langzaamaan werd ook een steviger hout gebruikt, met een langere levensduur. Tuinmeubels en meubels voor binnen werden van teakhout gemaakt. Duurzaamheid speelde daarbij een steeds belangrijkere rol.
Houttrends van tegenwoordig
Dé trend van de afgelopen 10 jaar is natuurlijk ‘duurzaamheid’. Materialen mogen niet verspild worden en moeten worden hergebruikt. Daarnaast mogen meubels meer leven en een geschiedenis (een verhaal) hebben. Meubels van geleefd, gebruikt of gerecycled hout doen daarom sterk hun intrede. Daarbij valt te denken aan meubels van steigerhout, sloophout, steigerhout of juttershout!
Ook hout in bijna zijn meest pure vorm is tegenwoordig populair. Een voorbeeld daarvan is de ‘boomstamtafel’: de tafelbladen van deze meubels hebben de originele vorm van de boomstam behouden. Daarnaast worden boomstammen gebruikt als bijzettafel; robuuste houten takken worden ingezet als kapstok of dienen ter decoratie.
Houttrends van de toekomst
Duurzaamheid blijft voorlopig zeker nog de boventoon voeren in alle woontrends, net als ‘kwaliteit’ en ‘echtheid’. Steeds meer meubels worden door échte ambachtslieden gemaakt. Zij gebruiken authentieke ambachtstechnieken bij het verwerken, verbinden en bewerken van hout. Eikenhout, notenhout en beukenhout zijn typische houtsoorten die daarbij worden gebruikt.
Bron beelden:
Wikipedia.com >
Flickr.com >
Pinterest.com >
Apartmenttherapy.com >
Retronaut.com >