De Hazelnootboom groeit uit tot een kleine meerstammige boom met een dicht vertakte kroon. De dofgroene bladeren zijn behaard en voelen ruw aan. In de herfst kleurt deze boom bruingeel. Aan de boom zullen sierlijke katjes komen die zich al voor de winter zichtbaar zullen zijn maar zich omstreeks einde februari zullen openen. De vruchten van deze boom zullen omstreeks september rijpen. De vruchten bevatten plantaardige vetten en veel eiwitten. Kastanjeboom met een grillige kroon. Van nature komt de kastanje boom voor op koele en enigszins vochtige berghellingen in Zuid – en Midden Europa, Noord Afrika en delen van Azië. Jonge takken zijn olijfgroen maar zullen snel rood bruin kleuren. De kastanjeboom geeft een langwerpig blad dat donkergroen is en glimt. Men kan duidelijk de tanden aan de bladrand zien. Jonge bladeren zullen aan de onderkant behaard zijn. De vruchten die deze boom geeft zijn eetbaar. Walnotenboom, één van de oudste bomen die er bestaat. De volwassen ronde kroon is opgebouwd uit zware takken. De walnotenboom geeft een oneven geveerd blad. De deelblaadjes zullen eivormig tot ovaal zijn. De groene en bijna ronde vrucht is eetbaar en heeft een gladde bolster. De lichtbruine noot is gegroefd en zeer smakelijk. Noten zullen pas later verschijnen bij een volwassen boom. Beukenboom, deze volwassen boom is zeer imposant. Deze boom komt veel voor in Europa. Het jonge blad is licht bhaard en geeft een geelbruine kleur in de herfst. De beuk bloeit met kleine onopvallende katjes. In het najaar zullen de beukennootjes verschijnen dit gebeurt op latere leeftijd. De vruchten zijn eetbaar.